In Vlaanderen verandert het buitengewoon onderwijs altijd om kinderen te helpen die extra hulp nodig hebben op school. Het buitengewoon onderwijs wil dat alle kinderen dezelfde kansen krijgen, dus het probeert zich aan te passen aan verschillende leerbehoeften. Mijntoeslagen vertelt u meer over buitengewoon onderwijs, de verschillende types buitengewoon onderwijs, de toelatingsvoorwaarden en meer.
Wat is buitengewoon onderwijs?
Buitengewoon onderwijs in Vlaanderen, ook bekend als speciaal onderwijs, is een onderwijssysteem dat is ontworpen voor kinderen en jongeren met speciale onderwijsbehoeften die niet adequaat kunnen worden ondersteund binnen het reguliere onderwijs. Dit kan zijn vanwege een fysieke, verstandelijke, emotionele of gedragsmatige beperking, een chronische ziekte of een leerstoornis. Het doel van buitengewoon onderwijs is om elke leerling de nodige ondersteuning en kansen te bieden om zijn of haar potentieel te bereiken, rekening houdend met de individuele mogelijkheden en behoeften.
Verschillende types buitengewoon basisonderwijs
Het buitengewoon basisonderwijs is onderverdeeld in verschillende types, afhankelijk van de specifieke behoeften van de kinderen en de zorg die zij nodig hebben:
Type 1: kinderen met een lichte verstandelijke handicap (wordt afgebouwd).
Type 2: kinderen met een verstandelijke beperking.
Type 3: kinderen met emotionele of gedragsstoornissen, maar zonder verstandelijke beperking.
Type 4: kinderen met een motorische beperking.
Type 5: kinderen die verblijven in een ziekenhuis, preventorium of residentiële setting.
Type 6: kinderen met een visuele beperking.
Type 7: kinderen met een auditieve beperking of een spraak- of taalstoornis.
Type 8: kinderen met ernstige leerstoornissen.
Type 9: kinderen met een autismespectrumstoornis, maar zonder verstandelijke beperking. (Sinds september 2015)
Toelatingsvoorwaarden buitengewoon onderwijs
Om uw kind in te schrijven in het buitengewoon onderwijs, is een IAC-verslag of OV4-verslag vereist, dat alleen kan worden verkregen via de Centra voor Leerlingenbegeleiding. Dit verslag moet aangeven dat buitengewoon onderwijs noodzakelijk is voor de leerling en naar welk type van buitengewoon onderwijs de leerling wordt verwezen. Hoewel een doorverwijzing door het CLB niet bindend is, kunnen ouders er toch voor kiezen om hun kind naar het reguliere basisonderwijs te laten gaan.
Buitengewoon kleuteronderwijs is toegankelijk voor kinderen van 2,5 tot 6 jaar, terwijl buitengewoon lager onderwijs beschikbaar is voor kinderen van 6 tot 13 jaar. Het CLB en de klassenraad kunnen echter adviseren om van deze leeftijdsvoorwaarden af te wijken in uitzonderlijke gevallen.
Voordelen buitengewoon onderwijs
Het BUO biedt een aangepast curriculum en leeromgeving, afgestemd op de specifieke noden van de leerlingen. Dit kan inhouden:
- Kleinschaligere klassen
- Meer individuele begeleiding
- Aangepaste leermaterialen
- Speciale therapieën
- Ondersteuning
Naast onderwijs, biedt het buo ook een brede waaier aan ondersteuningsdiensten, zoals:
- Logopedie
- Kinesitherapie
- Psychologische begeleiding
- Sociaal-emotionele begeleiding
Toekomstvisie:
Het BUO is voortdurend in ontwikkeling, met als doel om de kwaliteit van het onderwijs en de ondersteuning voor de leerlingen te blijven optimaliseren. Er wordt onder andere gewerkt aan:
- Meer inclusie
- Een betere afstemming op de arbeidsmarkt
- Meer aandacht voor diversiteit
Waar vind ik een school voor buitengewoon onderwijs?
In Vlaanderen zijn er meer dan 270 vestigingsplaatsen van scholen voor buitengewoon basisonderwijs (buo). Deze scholen zijn verspreid over de hele regio, zodat alle kinderen en jongeren met specifieke onderwijsbehoeften toegang hebben tot kwaliteitsvol onderwijs.
Er zijn verschillende manieren om een buo-school in de buurt te vinden:
- Via de website van het Agentschap voor Onderwijsdiensten:
- Via de website van de CLB-koepel:
- Via de website van de scholengemeenschap
Langer in het buitengewoon lager onderwijs
Het buitengewoon lager onderwijs (buo) duurt in principe zeven jaar. Uw kind kan er maximaal negen jaar in doorbrengen. Voor elk kind van dertien jaar (ongeacht hoeveel jaar buo ze al volgden) bekijkt de klassenraad of het zinvol is om nog langer buo te volgen. De klassenraad geeft u advies, maar u neemt als ouder de uiteindelijke beslissing. Als uw kind veertien jaar wordt, wordt deze procedure opnieuw doorlopen. Kinderen van vijftien jaar kunnen niet langer in het buo blijven.
Wanneer kan mijn kind langer in het BUO blijven?
Er zijn verschillende redenen waarom uw kind langer in het buo kan blijven:
- Uw kind heeft extra tijd nodig om de leerstof te verwerken.
- Uw kind heeft extra ondersteuning nodig om zich optimaal te ontwikkelen.
- Uw kind is nog niet klaar voor de overstap naar het gewoon secundair onderwijs.
- Wat moet ik doen als ik wil dat mijn kind langer in het buo blijft?
- U bespreekt dit met de klassenraad van de school.
- De klassenraad geeft u advies over de beste keuze voor uw kind.