IGO 2024: inkomensgarantie voor ouderen ter ondersteuning

De Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO) in België biedt financiële bijstand biedt aan ouderen met een beperkte inkomen. Dit programma streeft ernaar de levenskwaliteit van gepensioneerden te waarborgen door aanvullende ondersteuning te bieden aan diegenen die het nodig hebben. Mijntoeslagen vertelt u meer over wie in aanmerking komt voor financiële steun en hoe veel die steun bedraagt.

De inkomensgarantie voor ouderen (IGO)

IGO is een sociale bijstandsregeling in België die bedoeld is om oudere personen met beperkte financiële middelen te ondersteunen. Deze regeling waarborgt een minimuminkomen voor senioren die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt en die, om verschillende redenen, niet over voldoende financiële middelen beschikken om een waardig leven te leiden. De IGO streeft ernaar de levenskwaliteit van ouderen te verbeteren door hen te voorzien van een financieel vangnet en hen in staat te stellen een actieve en zorgeloze oude dag te beleven. 

Heb ik recht op IGO?

Het recht op Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO) in België is onderhevig aan specifieke voorwaarden die de financiële ondersteuning waarborgen voor individuen die aan bepaalde criteria voldoen.U komt in aanmerking voor een IGO indien u aan de onderstaande criteria voldoet:

• Uw maandelijkse bestaansmiddelen bedragen minder dan:
  • 1.519,01 € voor alleenstaanden (op 01.11.2023, aan index 172,61);
  • 1.012,67 € voor samenwonenden (op 01.11.2023, aan index 172,61).
• De beoordeling van uw bestaansmiddelen binnen uw huishouden gebeurt op basis van een uitgebreid onderzoek, waarbij rekening wordt gehouden met pensioenen, beroepsinkomsten, vervangingsinkomsten, onroerende goederen, geld. Meer details over hoe deze bestaansmiddelen worden berekend, vindt u hier.
• U bent minstens 65 jaar oud (vanaf 2025 minstens 66 jaar en vanaf 2030 minstens 67 jaar).
• U bent Belgisch staatsburger (of u bevindt zich in een vergelijkbare situatie).
• Uw primaire woonplaats bevindt zich in België.

Bedrag IGO in 2024

Hoe vraag ik IGO aan?

In de meeste gevallen hoeft u geen aanvraag in te dienen voor uw IGO. Het onderzoek start automatisch als u:                       

• Een pensioen aanvraagt in België.
• Al een pensioen ontvangt in België.
• Een tegemoetkoming aan gehandicapten krijgt en de wettelijke pensioenleeftijd bereikt.
• Een leefloon krijgt en de wettelijke pensioenleeftijd bereikt.

In alle andere gevallen kunt u zelf uw IGO aanvragen:

• Online, via mypension.be. Wanneer u uw pensioenaanvraag hebt ingediend, ontvangt u een bevestiging als u uw mailadres hebt ingegeven. Bij uw volgend bezoek aan mypension.be vindt u uw aanvraag terug onder “Mijn dossier”.
• Via de Pensioenlijn 1765.
• Via het gemeentebestuur van uw hoofdverblijfplaats.

Sociaal tarief voor gas en elektriciteit in combinatie met IGO

Indien u recht hebt op een inkomensgarantie voor Ouderen (IGO), komt u ook in aanmerking voor het sociaal tarief voor gas en elektriciteit.

U hoeft zelf geen actie te ondernemen:

• Zowel de Pensioendienst als de Federale Overheidsdienst (FOD) brengen de energieleveranciers op de hoogte van uw recht op het sociaal tarief.
• De energieleveranciers passen automatisch dit tarief toe.

U ontvangt jaarlijks wel een papieren attest. Dit attest kan nuttig zijn:

• Wanneer de leverancier erom vraagt.
• Bij andere instanties die vrijstelling of vermindering van betaling verlenen.

Berekening van uw IGO

Om de hoogte van uw Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO) te bepalen, voert de Federale Pensioendienst een onderzoek uit naar uw gezinssituatie en financiële middelen.

Gezinssituatie:

1. Samenwonen met uw partner (gehuwd of wettelijk samenwonend):
   • Recht op het basisbedrag (voor samenwonenden).
   • Bestaansmiddelen van beide partners worden bekeken en gedeeld door 2.
2. Samenwonen met kinderen of andere bloedverwanten:
   • Bestaansmiddelen van minderjarige kinderen, meerderjarige kinderen met recht op kinderbijslag, (groot)ouders en (klein)kinderen tellen niet mee.
   • Recht op het verhoogde basisbedrag (voor alleenstaanden).
   • Bestaansmiddelen gedeeld door het aantal kinderen waarvoor u kinderbijslag krijgt.
3. Samenwonen met partner en anderen:
   • Recht op het basisbedrag (voor samenwonenden).
   • Totaal gedeeld door het aantal samenwonenden van wie de bestaansmiddelen meetellen + het aantal kinderen waarvoor u kinderbijslag krijgt.
   • Kinderbijslag en eventuele bestaansmiddelen van de kinderen worden niet meegerekend als bestaansmiddel.
4. Samenwonen met andere personen (niet huwelijks- of wettelijk samenwonende partner, geen bloed- of aanverwanten in de rechte lijn):
   • Recht op het basisbedrag (voor samenwonenden).
   • Alleen uw pensioenen en bestaansmiddelen (en die van uw eventuele partner) tellen mee.
5. Partner (gehuwd of samenwonend) in een rust- en verzorgingstehuis (niet hoofdverblijfplaats):
   • Recht op het verhoogd basisbedrag (voor alleenstaanden).
   • Bestaansmiddelen van beide partners en eventueel andere personen op hetzelfde adres tellen mee.
6. Verblijf in rust- en verzorgingstehuis (hoofdverblijfplaats):
   • Recht op het verhoogd basisbedrag (voor alleenstaanden).
   • Alleen uw eigen bestaansmiddelen worden in de berekening meegenomen.
7. Verblijf in een gemeenschap (geestelijke of leek):
   • Recht op het basisbedrag (voor samenwonenden).
   • Alleen uw bestaansmiddelen worden in de berekening meegenomen.