Als werknemer betaalt je werkgever doorgaans je vervoerskosten als je gebruikmaakt van het openbaar vervoer. Hoeveel bedragen die vervoerskosten? Wat zijn de verschillen in de vervoerskosten van de verschillende vervoersmiddelen? Mijntoeslagen informeert je.
Wat is CAO nummer 19/11?
De cao nr. 19/11 is van toepassing op de werknemers en op de werkgevers die hen tewerkstellen. Deze overeenkomst is echter niet van toepassing wanneer de tussenkomst in de vervoerskosten reeds door een sectorale cao werd geregeld. Een sectorale cao of zelfs een bedrijfs-cao zal altijd voorrang hebben op deze cao nr. 19/11, althans wanneer ze ten minste gelijkwaardige voorwaarden bevatten.
Woon-werkverkeer met de trein
Indien je je verplaatst van en naar het werk met de trein, dan zal je werkgever steeds tussenkomen in de prijs van je treinkaart of treinticket, ongeacht de afstand van het traject. De minimale bedragen van de werkgeverstussenkomst moeten overeenkomen met de bedragen in deze tabel (artikel 3 van cao nr. 19/11). Deze bedragen zijn van toepassing sinds 1 juni 2024.
Sinds 1 juni 2024 is de minimale werkgeverstussenkomst van toepassing:
- 71,8 % van de kostprijs van de treinabonnementen.
- Daar kan nog 7,5 % bovenop toegekend worden.
- Je werkgever kan deze 7,5 % volledig recupereren via een belastingkrediet en dan moet je slechts 20,7 % van het treinabonnement zelf betalen.
- De totale werkgeverstussenkomst bedraagt dan 79,3 %.
Derde-betalersovereenkomst
Jouw werkgever kan een derde-betalersovereenkomst afsluiten met de NMBS waarin hij voor de werknemers per type vervoer de hoogte van zijn tussenkomst bepaalt (bijvoorbeeld: x% van de verplaatsing met de trein, en x% voor de regionale verplaatsing) voor de verplaatsingen tussen woon- en werkplaats.
Woon-werkverkeer met bus, tram of metro
Dankzij CAO 19/11 betaalt je werkgever vanaf de eerste kilometer een deel van je vervoerskosten terug. Hoeveel je werkgever terugbetaalt aan vervoerskosten hangt af van het soort abonnement je hebt:
- In sommige gevallen is de kostprijs van je abonnement gekoppeld aan de afstand met een plafond van 75%.
- Meestal vragen vervoersmaatschappijen echter een vaste prijs voor een bepaalde periode.
- In die gevallen komt de werkgever tussen voor 71,8 procent van die prijs, met een maximum van 43 euro per maand.
Je werkgever kan natuurlijk beslissen om meer terug te betalen. Zo bestaat het derdebetalerssyteem ook voor bus, tram en metro-abonnementen (de zogenaamde Buzzypas en Omnipas), én voor combi-abonnementen De Lijn + NMBS.
Gecombineerd gemeenschappelijk openbaar vervoer
Je kan eveneens gebruik maken van een vorm van gecombineerd openbaar vervoer, bijvoorbeeld de trein en de bus. Heb je verschillende vervoersbewijzen dan maakt de som van de verschillende bijdragen (volgens de eigen regels) de totale werkgeverstussenkomst uit.
Woon-werkverkeer met de fiets
Als je met de fiets naar het werk dan betaalt je werkgever eventueel een fietsvergoeding indien dit voorzien is op het niveau van de sector of in de onderneming. Sinds mei 2023 is elke werkgever verplicht om een fietsvergoeding toe te kennen:
- Elke sector kan zelf de hoogte van de fietsvergoeding en de modaliteiten bepalen
- De cao 164 van de Nationale Arbeidsraad is van toepassing als er geen verplichting is bepaald
- Deze cao 164 legt de fietsvergoeding vast op € 0,28 per kilometer
Het maximale bedrag op fiscaal vlak van de fietsvergoeding die toegekend kan worden, bedraagt € 0,35 per kilometer (vanaf 1 januari 2024) en er is geen maximumafstand van toepassing. De sectoren kunnen echter ook voorzien in een lagere tussenkomst, ook een die lager is dan de € 0,28 per kilometer uit cao 164. Ze kunnen ook een maximumafstand vastleggen voor de fietsvergoeding.
Woon-werkverkeer met privé-voertuig
De wet voorziet hier geen verplichte werkgeverstussenkomst wanneer je al werknemer woon-werkverplaatsingen met je privé-voertuig doet (auto, moto, motorfiets, …).
- Wanneer het voorzien wordt in een sectorale cao, moet de werkgever tussenkomen bij het gebruik van uw privé-voertuig.
- In sommige sectoren werden eigen barema’s opgesteld in functie van het aantal afgelegde kilometers.
- Andere sectoren koppelen de terugbetaling echter aan de barema’s voorzien voor het gebruik van het openbaar vervoer.
- Hou er ook rekening mee dat een aantal sectoren de tussenkomst afhankelijk heeft gemaakt van een minimum af te leggen afstand.
Grensoverschrijdende woon-werkverplaatsingen
Als je in een andere lidstaat woont en gebruik maakt van het openbaar vervoer om naar je werk in België te gaan, heb je recht op een tussenkomst in de vervoerkosten.
- De bijdrage in de prijs van het openbaar vervoer van de woonplaats van de werknemer tot de Belgische grens is gelijkwaardig aan de bijdrage die de werkgever zou moeten betalen voor eenzelfde afstand binnen de Belgische landgrenzen.
- Indien er geen andere sectorale bepalingen zijn, is de bijdrage begrensd tot 200 km, rekening houdend met het totale aantal kilometers in België en het buitenland tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling.
Verplaatsingen beroepsdoeleinden met privé-voertuig
Indien je verplaatsingen maakt met bijvoorbeeld je eigen wagen tijdens de arbeidstijd krijg je in principe de kosten terugbetaald die je effectief maakt en waarvoor je een bewijs kan leveren. In de praktijk gebruikt men vaak de forfaitaire kilometervergoeding die de overheid toepast voor haar ambtenaren wanneer zij professionele verplaatsingen verrichten.
Indien je werkgever maximaal het forfaitaire bedrag toekent die ook de overheid betaalt, moet men geen bewijsstukken voorleggen. Sinds 1 april 2024 is het bedrag van de forfaitaire kilometervergoeding terug gebracht naar € 0,4265 euros/km. Dit blijft geldig tot 30 juni 2024.
Modaliteiten van terugbetaling
Om recht te hebben op tegemoetkomingen voor je woon-werkverplaatsingen moet je:
- een ondertekende verklaring voorleggen waarin verzekerd wordt dat je geregeld over een afstand gelijk aan of hoger dan 5 km je verplaatst
wel met de werkelijkheid strookt; - indien mogelijk vermeld je het juiste aantal kilometers;
- iedere wijziging zo snel mogelijk meedelen;
- de vervoersbewijzen van de NMBS en/of andere vervoersmaatschappijen
voorleggen.